Sinterklaas beschermheilige van kinderen
Er zijn veel verhalen waarin Sinterklaas kinderen weet te redden uit een gevaarlijke situatie.
Een eng verhaal komt uit de tijd dat hij nog 'gewoon' bisschop van Myra was.
Hij is dat geworden door een oude legende. Een wreed verhaal! Drie studenten waren op reis en besloten te overnachten in een herberg. In hun slaap werden ze door de herbergier en zijn vrouw beroofd en vermoord. De herbergier sneed hun lichamen in stukken en stopte ze ingepekeld in een vleeskuip. Kort daarna kwam Sint Nicolaas langs de herberg. Hij vermoedde wat er gebeurd was en wist de drie jongemannen weer tot leven te roepen. Op plaatjes staat de bisschop daarom vaak met de kuip en de drie studenten afgebeeld. Die zijn dan heel klein getekend. Het was in die tijd gewoon om zo´n belangrijke heilige als Nicolaas ook groter af te beelden dan de gewone mensen om hem heen. De mensen uit latere tijden die die plaatjes zagen snapten dat niet meer. Ze dachten dat het om kinderen ging die om Nicolaas heen stonden. Zo werd hij de patroon, de beschermheilige van de kinderen.
Het was een echt wonder.
Sinterklaas en speculaas
Je
kent vast wel die mooie speculaaspoppen die ieder jaar verkocht worden in de dagen voor 5 december. Er zijn hele kleine maar ook enorme die te groot zijn om in één keer op te eten. Vroeger kon je
zelfs iemand je liefde verklaren met een grote speculaaspop.
Heel lang geleden bakten bakkers grote speculaaspoppen die vrijers werden genoemd of vrijsters. Gaf je als jongen zo'n grote vrijer speculaaspop cadeau aan een meisje, dan zei je dat je verliefd
op haar was. Wanneer het meisje ook verliefd op jou was dan nam ze de speculaaspop aan.
Maar….wanneer het meisje niet verliefd was op de jongen dan brak ze de speculaaspop in tweeën. Je zou kunnen zeggen dat ze het hart 'brak' van de verliefde jongen.
Natuurlijk mochten meisjes ook zo'n mooie speculaaspop of vrijster geven aan een jongen waar ze verliefd op waren.
Sinterklaas begon zijn carrière als bisschop van Myra.
Hij stond bekend als een lieve en goede man die vooral een groot hart had voor de kinderen.
Weet je waarom Zwarte Piet zo graag met snoepjes strooit? Het komt door een oude legende over de bisschop.
De bisschop van Myra loopt op een dag door zijn stad en hoort in een woning een man boos praten. De man heeft drie dochters maar geen geld om hun bruidsschat te betalen. In die dagen had je als meisje echt een bruidsschat nodig om te kunnen trouwen. De toekomst zag er donker uit voor de drie meisjes. Sinterklaas voelt in de zakken van zijn mantel en vindt enkele gouden munten. Met een mooie zwier gooit hij de munten door een open raam van het huis. De man is blij dat hij zijn dochters toch kan laten trouwen en enkele jaren later zijn de drie dochters gelukkig getrouwd.
Daarom strooit Zwarte Piet nog steeds met snoepjes als aandenken aan het strooien met gouden munten van de Sint.
Zwarte Piet
Het knechtje van Wodan was Oel. Oel betekent wiel of zonnerad. Hij staat voor de jaargetijden, zomer en winter die elkaar afwisselen. Na de donkere winter zou het zonlicht weer terug komen. Het "zwart" van Zwarte Piet en het "wit" van Sint-Nicolaas zijn symbolen: ze beelden de strijd uit tussen licht en donker, dag en nacht, zomer en winter, goed en kwaad. Het heeft dus niks te maken met huidskleur en discriminatie. Zwarte Piet verbeeldt het kwaad dat de mensen angstig maakt. Met veel lawaai stuurt hij alles in de war en heeft daar plezier in. Maar je hoeft niet echt bang te zijn voor deze duistere figuur, want het "Goede", Sint Nicolaas, heeft hem goed in bedwang. De goedheiligman heeft hem tot knecht gemaakt en dwingt hem om het goede te doen. Zwarte Piet heeft zijn macht verloren. Om zijn kunstjes kun je lachen.
Schimmel
Sinterklaas rijdt op een witte schimmel over de daken. Dat stamt af van de verhalen van onze voorouders, de Germanen.
Hun god Wodan reed ´s nachts langs de hemel op zijn achtbenige paard Sleipnir. Hij had een lange baard, droeg een mantel en had in zijn hand een speer.
Verhaal: Zwarte Piet moet opruimen
Eén Pietje heeft gesnoept van de chocolade. Dat mag niet van de Sint. “Foei Piet” zegt Sint. “Die chocolade is voor de kinderen. Dat weet je best”. Piet heeft er spijt van. Hij wil het goedmaken met Sinterklaas. “Zal ik de zolder gaan opruimen ?” vraagt hij. “Goed Piet, doe dat” zegt Sinterklaas. “En als je klaar bent, mag je de staf opblinken. Binnenkort moet ik weer naar de kinderen gaan. Dan moet alles prima in orde zijn.” Zwarte Piet kijkt vlug omlaag. Weet sinterklaas dan niet dat hij een hekel heeft aan die klus? Je wordt er ontzettend moe van in je armen en het poetsmiddel stinkt. Bah ! Sinterklaas heeft zich alweer omgedraaid. “Ik zal maar eerst aan de zolder beginnen.” denkt Piet. Op de zolder is het altijd heel spannend. Daar liggen vergeten cadeautjes. Of speelgoed dat stuk is gegaan. Want het gebeurt wel eens dat een Piet uitglijdt en pardoes met zak en al tegen de grond gaat. Er liggen ook veel tekeningen van de kinderen. Je hebt wel een hele dag nodig om ze allemaal te bekijken. Soms staan er leuke versjes bij. Piet kijkt nieuwsgierig rond. Waar zal hij beginnen ? O la la. Wat ziet hij daar ? Een grote verfdoos, nog helemaal nieuw. In ieder potje zit een mooie kleur. Rood, groen, geel, blauw ... Plots begint Pietje te stralen. “Maar natuurlijk,” roept hij uit. “Dat is een goed idee. Al zeg ik het zelf.” Vlug haalt Pietje de staf van Sinterklaas naar de zolder. Hij stroopt zijn mouwen omhoog en begint de hele staf te beschilderen. Ieder potje wordt gebruikt. Langzamerhand verdwijnt al het goud. Enkel de krul, die laat hij met rust. Pietje glimt van inspanning. “Wat zal Sinterklaas blij zijn.” denkt hij. Na enkele uren is de verf droog. Pietje loopt er mee naar Sinterklaas. Die heeft net zijn middagdutje gedaan. Als hij Pietje ziet met zijn staf denkt hij : “Wat zie ik daar ? Ik geloof dat ik nog niet goed wakker ben.” “Kijk eens Sint, .....” begint Pietje. Maar de rest kan hij niet vertellen want Sinterklaas roept : “Piet, wat heb je nu gedaan ?” “Het is een cadeautje voor u.” stamelt Piet. “Dat is toch eens wat anders. U loopt al heel uw leven met een gouden staf.” “Maar Piet”, zegt de Sint. “Als ik met zo’n staf loop, geloven de kinderen nooit dat ik de echte Sinterklaas ben. Dan denken ze dat ik één van die hulpklazen ben. Dat wil ik niet.” Maar wat een pech. De verf gaat er niet meer af. Hoe ze ook schuren en wrijven. “Dan zal ik de reservestaf moeten gebruiken.” zegt Sint. “Maar daar moet nog veel harder op gewreven worden. Die is immers al jaren niet meer geblonken.” En jullie mogen eens raden wie dat karwei mag opknappen.
Verhaal: Sinterklaas helpt
Weten jullie hoe het komt dat de kinderen hun schoentje zetten ? Het is immers niet altijd zo geweest dat kinderen speelgoed krijgen op 6 december. Daar is Sinterklaas pas mee begonnen toen er iets in zijn leven gebeurde. Lang, heel lang geleden, woonde een landheer met zijn vrouw en zijn drie dochtertjes in een mooi landhuis. Maar op een keer begon het zo te onweren en te stormen dat de bomen er van kraakten. Een grote oude eik werd door de bliksem doormidden gekliefd. Eén helft kwam boven op het dak van het landhuis terecht. Het huis beefde. Het strooien dak vatte vuur en de muren brokkelden af. De man en de vrouw konden nog op het nippertje met hun drie kleintjes vluchten. Gelukkig was er niemand geraakt. Maar de moeder was zo geschrokken dat ze geen woord meer sprak. Ze staarde voortdurend voor zich uit. Ze hoorde niet als haar kinderen riepen. De vrouw was niet meer in staat om voor de kleintjes te zorgen. De bedienden bleven weg. De één na de ander. Zij waren bang voor de vrouw met de lege ogen. Zij dachten dat het kwade geesten waren. Zo was de landheer verplicht om alles zelf te doen. Hij verhuisde naar een klein huisje en verkocht de landerijen. Met het geld liet hij de beste dokters komen om zijn vrouw te genezen. Maar niemand kon de arme vrouw helpen. Na enkele jaren stierf zij. De jaren gingen voorbij. De meisjes groeiden op. Zij hielpen hun vader en waren altijd vrolijk. Na het werk maakten ze grote wandelingen. Zingend liepen ze door de dorpen. Nicolaas, die in die buurt woonde had er schik in. Hij luisterde altijd naar de heldere meisjesstemmen. Hij wist hoe goed ze hun vader hielpen zonder te klagen Hij wilde graag wat van zijn rijkdom delen. Maar dat was niet zo gemakkelijk. De landheer was een fiere man. Hij wilde geen hulp aannemen. Zo kwam het dat er ook geen bruidschat was voor de meisjes. Als een meisje wilde trouwen, moest haar vader een geschenk geven aan de familie van haar toekomstige man. Al was het een schaap. Als het rijke mannen waren, moest het geschenk heel waardevol zijn. Maar omdat de landheer zo arm geworden was, had hij niets om weg te geven. Zelfs geen paar kippen. Toen de meisjes oud genoeg waren om te trouwen, kwamen ze haast niet meer uit hun huisje. Ze wilden niet dat de jongemannen, met wie ze altijd spraken op hun wandelingen, hun ten huwelijk vroegen. Nicolaas miste hun gezang. En toen hij ontdekte waarom de meisjes niet meer uit wandelen gingen, kreeg hij een plan.
Op een koude winternacht, de nacht van 5 december, reed hij op zijn paard tot vlak bij het huisje van de landheer. De wind blies de sneeuwvlokken in zijn gezicht. Zo stil als hij kon, klom hij op het dak tot bij de schoorsteen. Daar liet hij drie kleine pakjes in vallen. Toen ging hij weer naar huis. De volgende morgen werden de meisjes zoals gewoonlijk heel vroeg wakker. “Kijk eens, het heeft vannacht gesneeuwd.” riep het jongste meisje blij.
“Maar de wind heeft roet uit de schoorsteen geblazen.” zei het tweede meisje. Ze nam een bezem om alles op te ruimen. “Niet alleen roet,” zei het oudste meisje. “Er ligt een pakje in mijn klomp.” “In mijn klomp ligt er precies zo één.” riep het jongste meisje verbaasd. Het tweede meisje trok net haar kousen aan. “Hé, wat is dat nu ?” riep ze uit toen ze haar teen tegen een pakje stootte. Ze riepen hun vader erbij en maakten de pakjes open. In ieder papier lag een klompje zuiver goud. De vader staarde ernaar. Hij had al lang geen goud meer gezien. Eigenlijk wilde hij van niemand iets aannemen. Maar van wie kwam dit geschenk ? Het was ook niet voor hem. Het was een geschenk voor zijn lieve dochters.
Nu zouden ze toch kunnen trouwen. “Ik denk dat jullie het kunnen houden.” zei hij na een tijdje. De meisjes dansten in het rond van blijdschap. Het goede nieuws verspreidde zich snel. Al vlug werd er een groot verlovingsfeest gegeven. Iedereen werd uitgenodigd. Ook de mensen zonder geld. Nicolaas was ook op het feest. Hij zag dat hij goed gedaan had. “Dat doe ik volgend jaar opnieuw.” dacht hij meteen. En zo gebeurde het ook. Telkens als het kouder werd trok Nicolaas rond. Hij luisterde en keek naar de kinderen. En de flinke beloonde hij in de nacht van 5 december.